Gemeente mist zicht op resultaat subsidies aan instellingen

De gemeente weet niet precies wat er met haar subsidies aan allerlei instellingen precies gebeurt. Dat valt op te maken uit het zojuist verschenen rapport ‘Het resultaat geldt’ van de Rekenkamercommissie. Omdat de doelstellingen van de subsidies te vaag zijn, kunnen gemeenteraad en ambtelijk apparaat niet controleren wat er met het geld gebeurt en of de investeringen tot enig resultaat leiden. De commissie is een adviesorgaan van de raad. Zij ging in haar onderzoek om zogenoemde output  subsidies. Daarbij financiert de gemeente met door haar gewenste en door instellingen geleverde producten en diensten. Die wijze van subsidiëren wordt sinds 2003 gehanteerd.  

Zij kan bijvoorbeeld met het Amstelveens Sportbedrijf overeen komen meer kinderen tussen 10 en 14 jaar te laten sporten en activiteiten ontwikkelen om dat noel te bereiken, noemt de gemeente als voorbeeld. Maar in praktijk blijken die diensten en producten te vaag omschreven, zodat nauwelijks is te meten of gestelde doelen worden bereikt. Zo niet, dan zou de subsidie terug moeten worden gedraaid. Maar daarvan is geen sprake, omdat niemand kan vaststellen wat er concreet bereikt zou moeten en of dat is gelukt.

Uit het onderzoek blijkt ook dat de raad onvoldoende inzicht heeft om de geldstromen te kunnen beoordelen en eventueel bij te sturen. Hij mist de daarvoor noodzakelijke informatie. De financiële verantwoording door de instellingen klopt doorgaans wel, maar naar de bereikt maatschappelijke resultaten blijft het gissen. De outputgestuurde subsidiëring bracht op dat punt geen verbetering. Zodat de raad in het duister tast. Die neemt ook zelf geen initiatieven om daar wat aan te doen en de instellingen beter te controleren, vindt de commissie. Ook de bestuurlijke betrokkenheid van wethouders bij de instellingen die van publiek geld bestaan is volgens de commissie nogal beneden peil.

De Rekenkamercommissie beveelt onder meer aan beleidsdoelen duidelijker te formuleren. Ook moet de raad duidelijk maken hoe hij geïnformeerd wil worden over de voortgang en de prestaties van de instellingen. Ook zouden B&W meer prioriteit aan de contacten met de instellingen moeten geven en verantwoordelijkheid nemen.
De Rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden, van wie drie onafhankelijke leden en twee raadsleden.

 

Lees ook:Rekenkamer zoekt suggesties voor onderzoek
Lees ook:Onduidelijkheid over gemeentelijke betalingen hulp in de huishouding
Lees ook:Raad laat effect jeugdbeleid onderzoeken
Lees ook:Rekenkamercommissie stapt uit landelijke koepel
Lees ook:Rekenkamer onnderzoekt informatie B&W aan gemeenteraad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.