Dat ik dat lijstje niet goed heb bekeken. Kan me wel voor mijn kop slaan. Want dan was mij natuurlijk ook opgevallen dat Dirk Rijnders in het overzicht van de burgemeesters ontbreekt die sinds 1842 in Amstelveen aan het bewind zijn geweest. Goed van het Amstelveens Nieuwsblad, dat het beter keek dan ik naar het dikke boekwerk ‘ Amstelveen in Cijfers’, de laatste papieren editie van de jaarlijkse statistische gemeentelijke uitgave. Een enorme blunder natuurlijk van de gemeente, die bij mij de vraag doet rijzen wat er eigenlijk wél goed gaat op het raadhuis. Nee, dan heb ik maar niet meer over die vijftien miljoen in het IJslandse afvalputje. Kniesoor die daar over blijft zeuren.
Rijnders heerste hier toen ik in Amstelveen kwam werken en later wonen. Hij vond mij nogal gevaarlijk, liet hij mijn werkgever van destijds – het Amstelveens Weekblad – eens weten. Nou ja, we hadden zogezegd niet dezelfde belangen, maar steeds meer respect voor elkaar. Hij vond het alleen een beetje moeilijke de pers niet onder controle te hebben. Die moeite had hij ook wel eens met de gemeenteraad, maar die volgde over het algemeen – op wat niet gelijkgeschakelde uitzonderingen in de vroedschap na – redelijk slaafs.
Een beetje een heerser was hij wel. Hij leek Amstelveen zo ongeveer als zijn bedrijf te beschouwen, dat in de vaar der volkeren moest worden opgestuwd. Droomde van 200 duizend inwoners en volbouwen tot aan de Nesserlaan. Na hem kwam Beelaerts van Blokland, maar volgens de gemeentelijke geschiedschrijvers is die al in 1955 aangetreden (het jaar waarin Rijnders verscheen). Dat zou impliceren dat hij 22 jaar is aangebleven, in plaats van zes jaar. Rijnders vertrok in 1971, om een positie in de top van bouwbedrijf Bredero te gaan bekleden. Zouden ze op het gemeentehuis trouwens weten waar de Burgemeester Rijnderslaan ligt?
Lees ook:Vuil-pasje
Lees ook:Nieuwe kunst in het ziekenhuis
Lees ook:Oud-burgemeester Rijnders (97) overleden
Lees ook:De brillen van vijf Amstelveense burgemeesters
Lees ook:‘Te gekke oma’ in Poppentheater