Esther Veenboer
De gemeente moet in haar personeelsbeleid ruimt scheppen voor medewerkers die ook mantelzorg verrichten. Daarmee zou zij een goed voorbeeld geven aan andere werkgevers. Zij moet de erkenning ‘mantelzorgvriendelijke werkgever’ van de stichting Mantelzorg en Werk in de wacht slepen, vindt PvdA-raadslid Esther Veenboer. Zij gaat in de raadsvergadering van woensdag (27 april) B&W vragen naar die erkenning te streven. Mantelzorg is voor de PvdA een van de speelpunten voor haar politieke handelen in deze raadsperiode, naast betaalbaar wonen en het creëren van een jeugdvriendelijke stad. Mantelzorg wordt niet beroepsmatig verleend aan bijvoorbeeld een gehandicapt of ernstig ziel familielid.In de vorige Raadsperiode werd op initiatief van Veenboer besloten mantelzorgers die gebruik maken van de Wet Werk en Bijstand (WWB,) onder voorwaarden tijdelijk vrijstelling te geven van de verplichting te werken aan terugkeer naar de arbeidsmarkt. Volgens de PvdA verlenen steeds meer werknemers naast hun werk mantelzorg. Zij hebben behoefte aan een flexibeler werktijden en individuele afspraken daarover met hun werkgever. De combinatie van arbeid en mantelzorg leidt er vaak toe dat werknemers overbelast raken, constateert Veenboer. Dat heeft dan weer arbeidsverzuim tot gevolg en verloop binnen een organisatie. “Je kunt er goede werknemers door verliezen,” denkt Veenboer. “Ook daarom is het van belang actief beleid te voeren, zodat het combineren van arbeid en zorg voor werkgevers én werknemers mogelijk en uitvoerbaar wordt.” De gemeente kan (lokale) werkgevers niet tot een mantelzorgbeleid verplichten. Maar zij kan met een eigen beleid op dat gebied voor de gemeenteambtenaren wel een voortrekkersrol spelen, vindt Veenboer.
Lees ook:PvdA houdt brainstorm met Marriëtte Hamer over mantelzorg
Lees ook:Mantelzorg nadelig voor werkgevers?
Lees ook:Gemeente wordt ‘mantelzorgvriendelijke werkgever’
Lees ook:Gemeente ‘Mantelzorg vriendelijk’
Lees ook:PvdA wil gemeente als mantelzorgvriendelijke werkgever