Pas vorige maand meldden commerciële aanbieders van kinderopvang dat zij wachtlijsten hadden voor hun peuterspeelzaal functies. In her eerste kwartaal was daarvan geen sprake. Dat antwoorden B&W op schriftelijke vragen van GroenLinks, die over de wachtlijsten had geklaagd. Het ging om zogenoemde type 3 kinderen, die niet wegens een taak- of sociale achterstand de indicatie kregen dat zij naar voor- en vroegschoolse educatieve (VVE) opvang moesten. De ouders hebben geen recht op (rijks) toeslag voor kinderopvang, maar ontvangen wel een bijdrage van de gemeente. ‘Een paar ‘type 3 ouders’ hebben ervoor gekozen niet te wachten en hun kinderen gebruik te laten maken van de peuteropvang. Zij betalen de kosten zelf,’ aldus B&W.Hoe lang de wachtlijsten werkelijk zijn is volgens het college overigens niet helemaal duidelijk, omdat gezinnen hun kindreen soms voor diverse opvanglocaties tegelijk inschrijven. Hoe lang een kind moet wachten op een plaats is verschillend en afhankelijk van de natuurlijke uitstroom van peuters, zegt het college. ‘Ouders kunnen er ook een type 3 plaats met gemeentelijke bijdrage af te nemen bij een andere aanbieder (die bijvoorbeeld verder van huis ligt en daarom niet de voorkeur heeft). Bij kinderopvangorganisatie De Klimboom in Nes aan de Amstel zijn op dit moment wel type 3 plaatsen beschikbaar,’ aldus B&W. Uit de eerste kwartaalrapportage van de opvangaanbieders bleken overigens geen wachtlijsten. Pas bij de tweede kwartaalrapportage stonden 74 type 3 kinderen op de wachtlijst. Daarom stelt het college de raad voor de wachtlijst voor type 3 kinderen terug te dringen door extra plaatsen in te kopen.
Intussen zijn er, anders dan GroenLinks kennelijk dacht, nog steeds plaatsen beschikbaar, maar niet op de locatie waar ouders hun kind bij voorkeur willen plaatsen. Dit laat onverlet dat er op in totaal onvoldoende plaatsen zijn. Samen met kinderopvangaanbieders onderzoekt de gemeente of een betere verdeling mogelijk is tussen buitenlandse kinderen van expats en Nederlandse kinderen bij de VVE-groepen. Het schijnt nu voor te komen dat bij VVE-peuterprogramma, bedoeld om kinderen met een achterstand mede door contacten met andere kinderen op een hoger (taal) niveau te brengen, de helft van de populatie bestaat uit buitenlandse kinderen bestaat. Op die manier werkt het VVE-concept in elk geval qua Nederlandse taal niet.
Lees ook:Gemeente koopt voor drie ton extra plaatsen peuterspeelzalen
Lees ook:GroenLinks ‘gematigd positief’ over peuterspeelzalen
Lees ook:Capaciteit kinderopvang in drie jaar verdubbeld
Lees ook:College schort ouderbijdrage niet op
Lees ook:Gemeente houdt niet bij wie geen adequate jeugdzorg krijgt
deze wachtrijen lossen zich automatisch wel op, als de vraag stijgt, komen er altijd weer nieuwe particulier opvangmogelijkheden.
En het werkt ook niet voor de taalontwikkeling van die buitenlandse kinderen als de helft van zo’n groep, maar uit Nederlandse kinderen bestaat. Het werkt in alle opzichten contra-produktief.