Sloop ‘vleermuizenschool’ is hervat

De sloop van de oude Maartin Luther Kingschool is dinsdagmorgen hervat. Het ministerie van Economische Zaken heeft daarvoor toestemming gegeven, nadat het die eerder had stil gelegd wegens de aanwezigheid van twee vleermuizen in het slooppand. Daarmee werd een besluit van wethouder Herbert Raat – in dit geval de Flora- en Faunawet maar te overtreden – teniet gedaan. Inmiddels is met grootste spoed op verzoek van de gemeente een ontheffing geregeld, zodat die procedure niet zestien weken duurde. Raat, nu ook loco burgemeester, schrijft dat namens B&W aan de gemeenteraad.

De Dienst Regelingen van het ministerie deelde de zorg van de gemeente over de veiligheidssituatie bij het gebouw, wegens aanwezige asbest. Daarom werd toegezegd een alsnog ingediende aanvraag voor een ontheffing met de grootste spoed te behandelen. Dat is gebeurd.

‘Alle benodigde informatie is met het ministerie gedeeld’, schrijft Raat.

In reactie daarop is maandag ontheffing verleend. Raat: ‘We zijn de medewerkers van de Dienst erkentelijk voor de wijze waarop zij hun toezegging van grootst mogelijke spoed gestand hebben gedaan: een onveilige situatie wordt daardoor snel opgeheven, de kinderen van de Martin Luther Kingschool krijgen op tijd een nieuw en goed gebouw en de schade aan de fauna wordt tot het uiterste beperkt.’

Overigens neemt de gemeente wel enkele – als voorwaarden aan de ontheffing verbonden – maatregelen. Zowel tijdens de sloop- en bouwperiode als bij de nieuwbouw worden vier extra platte vleermuiskasten binnen 200 meter van de school geplaatst. Verder komen er voorzieningen aan gebouwen in de omgeving voor de “laatvlieger”. Het nieuwbouwplan wordt zo aangepast dat het geschikt zal zijn als zomerverblijfplaats, paarverblijfplaats en massa winterverblijfplaats voor vleermuizen. Over een periode van vijf jaar wordt nauwkeurig gekeken of de effectiviteit van de maatregelen inzichtelijk is te maken. Het oude pand moest tenminste drie dagen voor de sloop door het verwijderen van de kozijnen en het veroorzaken van tocht onbgeschikt worden gemaakt als verblijfplaats voor vleermuizen. De gemeente moet van het ministerie ook werken volgens een ecologisch werkprotocol en met begeleiding van een vleermuisdeskundige.

Raat spreekt de door GroenLinks geuite kritiek tegen dat niet tijdig ecologisch onderzoek is gepleegd, waardoor de wethouder – door zonder ontheffing de sloop te gelasten – tenslotte de wet bewust overtrad. ‘Een hardnekkig misverstand’, zegt de wethouder in zijn brief. ‘Er is wel degelijk ecologisch onderzoek gedaan naar de situatie rond de school. Dat onderzoek was nog geen drie jaar oud, is daarmee volgens het protocol voor deze soorten geldig en kende de conclusie dat er in het gebouw geen verblijfplaatsen aanwezig waren. Er was dan ook geen aanleiding om een ontheffingsaanvraag te doen. Echter, een week voor begin van de sloop constateerde een van onze medewerkers dat er toch een beschermde diersoort aanwezig was en daarmee kwamen we in de knoop. Dan herleeft immers het ontheffingsvereiste op een zeer ontijdig moment.’

 

Lees ook:Ministerie vindt sloopschool toch ook gevaarlijk
Lees ook:Raat: ‘Vleermuizen regeren dit land’
Lees ook:VVD: ‘Sloop veermuizenschool snel hervatten’
Lees ook:Gemeente wacht niet op vleermuizen met sloop school
Lees ook:GroenLinks: ‘Diervriendelijk denken onderontwikkeld’