Kritiek op huursibsidie ateliers oudere kunstenaars

Kunstenaars verzetten zich tegen de uitzonderingspositie van senioren onder hun collega’s bij de verhuur van gesubsidieerde ateliers. Dat bleek woensdag bij de behandeling van het aangescherpte atelierbeleid door de raadscommissie Burgers en Samenleving. Julia dos Santos Baptista, die zei namens een groep kunstenaars te spreken, hekelde het voortbestaan van de speciale regeling voor 65 Plussers, die niet – zoals anderen – hoeven door te stromen, maar tot het einde van hun beroepspraktijk hun door de gemeente gesubsidieerde atelier kunnen blijven huren. Anderen krijgen een huurcontract voor vijf jaar en moeten in principe daarna doorstromen naar een ruimte met een marktconforme huur. Met senioren had dat allang moeten gebeuren, constateerde Dos Santos Baptista. “Zij hebben een leven lang contacten kunnen opbouwen, hun kinderen zijn doorgaans het huis uit, waardoor zij meer ruimte thuis hebben. Zij hebben een leven lang geprofiteerd van hun gesubsidieerde atelier. Als zij hun ateliers toch mogen behouden, dan moeten zij daarvoor een marktconforme oprijs betalen,” vond de kunstenares.Ulric Roldanus en Stephanie Rhode sluiten zich daarbij aan. Volgens hen geldt de uitzonderingspositie niet eens voor alle 65 Plussers, maar alleen voor degenen die bij een vorige beleidswijziging al die leeftijd hadden bereikt. Evenals Dos Santos Baptista vinden zij dat ook dat voor de beoordeling van het inkomen als onderdeel van de professionaliteittoets niet de verdiensten van levenspartners moeten worden meegeteld. Voldoen aan de toets is nodig om voor een atelier in aanmerking te komen. Maar daarbij moet het dan louter om het inkomen van de kunstenaar gaan, niet om het gezinsinkomen, zoals nu in de ateliernota staat, luidde de kritiek. “Het inkomen van de partner koppelen aan een toets op recht op een gesubsidieerd atelier toont een ernstig gebrek aan affiniteit met de realiteit van onze werksituatie aan,” aldus Roldanus.

De nota houdt in dat opnieuw het aantal ateliers is verlaagd, nadat het jaren geleden al met een derde was teruggedrongen onder cultuurwethouder Alink en dat de prijzen omhoog gaan. Volgens Roldanus moet de gemeente stoppen met het doorstromingsbeleid voor de ateliers, zodat jonge kunstenaars een kans kunnen krijgen er één te huren, maar er na enkele jaren weer uit moeten. “De praktijk heeft uitgewezen dat kunstenaars in Amstelveen van middelbare leeftijd en ouder zijn. Het idee dat een kunstenaar na een startperiode van vier jaar een bloeiend bedrijf heeft en elders marktconform kan gaan huren, is allang achterhaald.”

Voor degenen die al tientallen jaren een atelier huren, moet de professionaliteit ook om de vijf jaar worden getoetst, vindt Roldanus. Werkt zo iemand heel rendabel, dan zou huurverhoging mogelijk moeten zijn.

Roldanus: “De gemeente maakt – door de uitzonderingsposities voor starters en ouderen –  per saldo de minste ruimte vrij voor kunstenaars die juist nog in de kracht van hun leven staan en de grootste groep in Amstelveen uitmaken.” Hij stelt de gemeente ook voor te proberen bestaande complexen te privatiseren en via verkop bijvoorbeeld onder het beheer van een stichting te brengen. “Dat haalt de druk af van de huidige subsidielasten en stelt kunstenaars in staat binnen de gemeente blijvend een atelier te hebben.”

Lees ook:Open Ateliers bij 66 kunstenaars
Lees ook:D66 steunt verzet kunstenaars tegen ateliers Legmeer
Lees ook:Atellierroute 1 en 2 juli
Lees ook:Ruim 70 kunstenaars bij atelierroute
Lees ook:Vijfduizend bezoekers op atelierroute