Terwijl PvdA en CDA een miljoen euro willen uittrekken om het bewegen van Amstelveners te stimuleren en kinderen tot 12 jaar gratis naar sportclubs te sturen. wil de lokale partij Burgerbelangen (bbA), die aan het college van B&W sportwethouder Peter Bot leverde, eerst in kaart brengen wat de diverse verenigingen nodig hebben, in plaats van de blanco kaart op tafel te leggen. Op de website van Burgerbelangen Amstelveen schreef bestuurslid en voormalig journalist Frits Suèr daarover een column.
(DOOR FRITS SUÈR)
Hartelijk dank CDA en Partij van de Arbeid voor jullie voorstel om een miljoen meer uit te trekken voor recreatiesport en voor het pleidooi voor een nieuw zwembad. Ik was ineens klaar wakker. Waar is bbA gebleven, dacht ik. Immers dat is toch de partij van de sport en o.a. daarom mijn partij. Welke partij heeft meer kennis van sport dan bbA? Welke partij heeft zoveel kandidaten die actief waren of nog zijn tot in de hoogste niveaus van verenigingen en (inter-)nationale sportorganisaties? Twaalf van de 22 kandidaten op onze kieslijst. Dus moet bbA beter dan wie ook weten waar de sport (en het bewegen) behoefte aan heeft.
Klaar wakker heb ik maar een paar minuten nodig, om op een rij te zetten waar sport in Amstelveen behoefte aan heeft. Als je echt een beetje tot de sportbeweging in Amstelveen doordringt, kom je tot de conclusie dat er heel wat verenigingen met een grote historie nu in problemen zijn. En dan kom je vooral terecht bij de takken van sport, die minder tot de verbeelding van de commercie spreken en daardoor moeilijk eigen inkomsten kunnen generen. Maar dat geldt eveneens voor de sporten die ten opzichte van de seniorenleden een onevenredig groot aantal jeugdleden moeten bezighouden. Verhouding 90% jeugd tegen 10% senioren of nog minder. Dat betekent dat uit die 10% senioren het kader moet worden gehaald om dat omvangrijke jeugddeel verantwoord op te vangen of op te leiden. Een ander probleem is de vergrijzing bij het kader van de traditionele sporten als voetbal.
Verhouding jeugd – senioren
Sport in Amstelveen wordt iets te veel bekeken vanuit het hockey- of tennisbeeld, waar op het gebrek aan ruimte na, genoemde problemen minder spelen. De verhouding jeugd – senioren is daar beter. Daar komt nog bij dat die verenigingen ook eigen inkomsten uit hun kantine hebben. Bovendien heerst er, met name in de hockeywereld, een positievere cultuur ten opzichte van vrijwilligerswerk . “Ik heb veel te danken aan de tijd dat ik zelf speelde en nu dat is afgelopen moet ik voor de club wat terugdoen”, is een daar nog steeds heersende opvatting , waarvoor hulde.
Ik hanteer drie categorieën sportverenigingen:
Categorie één vormen de sporten met een basiswaarde: gymnastiek of turnen, atletiek (lopen) en zwemmen. Alle drie horen in mijn visie bij het leven. Bij gymnastiek en atletiek leer je de basisbewegingen van de andere sporten en zwemmen is voor mij, in een waterrijk land als Nederland, een absolute basisport. Alle drie hebben zij te maken met relatief hoge kosten, die via de contributies niet kunnen worden opgebracht. Ik beschouw ze als onderwijs.
De tweede categorie vormen de binnensporten, met weinig inkomsten maar wel hoge zaalkosten. Daar horen ook bij de kleine buitensporten, die geen grote aantrekkingskracht hebben op de commercie, zoals korfbal, rugby, honk- en softbal enz. In sommige gevallen geldt dit ook voor voetbalclubs; het probleem daar is veel jeugd, een sterk vergrijzend kader en relatief hoge veldhuur.
Het is goed om te weten dat de zaal- en veldhuur hier in Amstelveen aanzienlijk hoger is dan in de omgeving, waardoor vooral bij de zaalsporten heel wat leden naar het goedkopere Amsterdam overstapten.
De derde categorie wordt gevormd door de sporten, die zichzelf kunnen bedruipen via sponsoring, kantine-inkomsten en dankzij een kapitaalkrachtige doelgroep, zoals hockey, tennis, golf en een enkele voetbalclub.
Beleid
Ik zou het helemaal niet gek vinden wanneer een lokale overheid op dit gegeven beleid maakt. Dus maatwerk. Meer steun voor kwetsbare clubs, minder voor clubs die dat niet nodig hebben.
Een klus voor het Sportbedrijf hoor ik de lezer al zeggen. Welnu, ik ken de geschiedenis van het Sportbedrijf. Het is nooit opgericht om de sport in alle facetten te bedienen, maar om te bezuinigen. Vanaf de oprichting, zo’n 20 jaar geleden, kreeg men al meteen een lager budget dan de toen nog bestaande gemeentelijke dienst Sport en recreatie. Er werd als reden voor de oprichting opgegeven: efficiency. Daarmee negeerde men een onderzoek uit die tijd, dat aangaf dat de toenmalige dienst Sport en Recreatie met mensen als De Graaf, Onderstal, Hermans en Petersen al zeer efficiënt werkte. Beter kon niet. Nog nooit is een rapport zo snel onderin de onderste la verdwenen. Ik zie het Sportbedrijf al 20 jaar als de bokser die met een arm op de rug gebonden een partij moet winnen.
Veel goeds gebeurd
Natuurlijk, Amstelveen had een goed sportbeleid. Er is veel goeds tot stand gekomen, maar we zien dingen veranderen. We zien het ruimtegebrek. Alleen daarom al is een gratis sportaanbod onzinnig. Waar moet je die kinderen laten? We moeten niet verrast worden door omvallende clubs. Daarom denk ik dat het nu een goed moment is om de noden van de sportbeweging op een rij te zetten en daar beleid op te maken. Maatwerk heet dat. Dat is wat bbA voorstelt. Het kan niet zo zijn dat we straks in Amstelveen nog maar drie of vier sporten kunnen beoefenen.
Lees ook:Burgerbelangen wil noden sportclubs in kaart brengen
Lees ook:Korfbalvereniging Amstelveen genomineerd voor uitkering Rabofonds
Lees ook:PvdA wil miljoen per jaar voor sport kinderen
Lees ook:Drie nominaties Sportvereniging van het Jaar
Lees ook:Sport voor mensen met beperking op beurs